Heerlijk, met de caravan op vakantie! Reizen met een caravan biedt veel voordelen, zo heb je vrijheid en altijd je verblijf bij je!In dit artikel 10 tips om veilig te rijden met de caravan.
1. Gewicht
Houd er rekening mee dat je auto vaak meer dan het dubbele van de oorspronkelijke ballast moet trekken. Zeker bij het wegrijden is dit confronterend, als je eenmaal aan het rijden bent valt het weer mee.
Let erop dat je vaker moet schakelen, en langer in lagere versnellingen zult rijden.
2. Bochten
Het lijkt heel logisch, maar toch belangrijk om even te noemen: neem je bochten een stuk ruimer dan je normaal zou doen! Als aanhanger volgt je caravan niet precies de route die jij met de auto stuurt, en als je een bocht krap neemt, is de caravan geneigd om die nóg krapper te nemen…
Om een indicatie te geven: wacht met het draaien van je stuur ongeveer tot de voorkant van de caravan op de hoogte van de bocht is. Voor ervaren caravanrijders is er de beroemde “schaarhoek”, de maximale bocht/hoek die je auto-caravancombinatie kan maken. Je kunt die hoek bepalen door als de auto in een bocht slechts 25 centimeter van de caravan af is, een lijn te trekken van de auto-zijkant tot de voorkant van de caravan. Dat punt markeer je, en op die manier kun je rekening houden met de “schaarhoek” als je een bocht maakt. Voor de andere kant geldt hetzelfde.
3. Achteruit rijden
Voor het achteruit rijden met de caravan is de gouden regel dat je zo weinig mogelijk stuurt. In de hulpspiegels kun je kijken waar de caravan heengaat. Deze stel je zodanig af dat je de zijkant van de caravan kunt zien, maar ook ongeveer twintig meter achter de caravan. Focus je op een centraal punt een stuk achter de caravan, zodat je ziet waar je heen blijft gaan. Stuur dus bij met kleine stuurbewegingen.
Denk aan het S-principe: net zoals dat je bij een auto achteruit rijdt, stuur je naar rechts om naar links te gaan en andersom. Als de caravan dus te veel naar links gaat, stuur je ook naar links om de caravan te corrigeren. Dit is ingewikkelder dan het lijkt, dus zorg dat je niet te snel rijdt. Zo kun je op tijd bijsturen en hoef je niet steeds een stukje naar voren te rijden om te corrigeren.
4. Stijgen
Let erop dat je in de juiste versnelling en met het goede toerental de berg oprijdt: stel de juiste versnelling al in voordat je begint met klimmen. Zoals ik in de eerste tip al zei, bij een caravan zul je vaak een versnelling lager rijden dan dat je met de auto zou doen. Dat geldt helemaal bij het klimmen van een berg: zodra meer gas niet zorgt dat je sneller rijdt, is het tijd om terug te schakelen.
Inhalen kun je beter niet doen op deze wegen. Waar jij langzaam omhoog rijdt, rijdt de tegenligger vaak veel sneller naar beneden. De snelheden zijn dan ook lastig in te schatten.
Bij het parkeren op steile hellingen kun je de caravan in een klein bochtje achter te auto zetten. Zo win je tijd bij het wegrijden. Zorg er daarnaast voor dat de motor veel toeren maakt, zodat je in een keer kunt wegrijden. Houd de rem ingedrukt als je de koppeling op laat komen,
5. Dalen
Ook het dalen brengt risico’s met zich mee, vooral vanwege de snelheid. De zware caravan achter je geeft je het gevoel dat je continue wordt geduwd, en als je te snel rijdt kan de snelheid van de caravan zodanig worden dat hij harder wilt gaan dan je auto. Daardoor kun je makkelijk slingeren (zie tip 7).
Zorg er dus voor dat je langzaam rijdt, je mag best een paar keer stevig op de rem drukken. In principe kun je de regel aanhouden dat je de berg afrijdt in dezelfde versnelling als dat je hem oprijdt.
6. Inparkeren
Rijd achteruit tot de achterkant van de caravan aankomt bij het begin van de parkeerplek. Daar laat je de caravan een halve cirkel maken door het stuur volledig naar rechts te draaien. Maak de bocht dus niet te scherp en let op de “schaarhoek”! Als dit is bereikt, draai je het stuur weer helemaal naar links.
Dit is natuurlijk niet voor elke caravan hetzelfde, want kleine caravans kunnen later insturen. Kijk verder bij tip 3 over achteruitrijden.
7. Slingeren, wat nu?
De meeste caravans hebben een bepaald snelheidspunt, de “kritische snelheid”. Onder die snelheid corrigeert de caravan zichzelf bij slingeren. Dat wil zeggen dat bestuurders die gewoon op de snelweg rijden onder de snelheid, weinig last zullen hebben van slingerende caravans.
Rijd je boven die snelheid, dan gaat de caravan meer bewegen en wordt het gevaarlijker. Ook speelt het beladen van de caravan een rol in de stabilisatie (zie tip 9). Mocht je echt veel last hebben van instabiliteit, kun je een elektronisch anti-slingersysteem aanschaffen. Voorbeelden van de ANWB zijn de systemen van AL-KO en BPW.
8. Inhalen
Het mag nu wel duidelijk zijn dat je met een caravan een stuk zwaarder en dus ook een stuk langzamer bent. Daarom moet je in principe alleen inhalen als je zeker weet dat het geen gevaren met zich meebrengt. Als je vrachtwagens inhaalt op snelwegen, bedenk dan dat zij veel meer vermogen hebben dan jij met de caravan. Daardoor kun je ze soms – bijvoorbeeld bij sterke tegenwind – moeilijk tot niet inhalen als je naast ze rijdt.
Als je ingehaald wordt door grotere auto’s zoals vrachtwagens en autobussen, zul je merken dat de caravan makkelijker slingert. Dat komt door de luchtverplaatsing van die auto’s. De auto’s lijken je te “duwen” als ze bij de achterkant van de caravan zijn, en ze “trekken” je als ze daar voorbij zijn. Een tip is om zo veel mogelijk op de rechterhelft van de rijstrook te gaan rijden.
9. Caravan inladen
Om goed te kunnen rijden, moet de caravan op een bepaalde manier beladen zijn. Zo kun je zware spullen het best zo dicht mogelijk bij de as plaatsen (onderin de caravan). Volg de toegestane kogeldruk, en zorg dat de caravan waterpas staat. Je kunt zware spullen bijvoorbeeld voorin beter niet met zware spullen achterin compenseren, maar juist de spullen meer naar het midden brengen.
Als de caravan nog veel wiebelt, kun je je bagage opnieuw inrichten. Ook kun je proberen de kogeldruk iets te verhogen.
10. Genieten
Want het is een groot avontuur, rijden met de caravan! Het blijft natuurlijk spannend maar “oefening baart kunst” geldt ook voor het rijden met de caravan.